Invesco QQQ Trust ETF: wat maakt de “Triple Q” zo’n populaire ETF?

Vraag aan een doorsnee ETF-belegger of ze de QQQ kennen, en de kans is groot dat hun ogen oplichten. De Invesco QQQ Trust ETF, vaak liefkozend “Triple Q” genoemd, is een van de populairste en meest verhandelde ETF’s ter wereld. Maar waar komt die populariteit vandaan? Wat maakt deze tracker zo aantrekkelijk voor zowel beginners als doorgewinterde beleggers? Daar zit meer achter dan alleen technologieaandelen of mooie rendementen. Er zit een heel verhaal achter deze ETF — eentje die veel zegt over hoe moderne beleggers denken, handelen en risico’s inschatten.

Wat is de Invesco QQQ ETF precies?

De Invesco QQQ Trust ETF werd gelanceerd in 1999 en volgt de Nasdaq-100 index. Dat betekent dat je met deze ETF in één klap blootstelling krijgt aan de honderd grootste, niet-financiële bedrijven die genoteerd zijn aan de Nasdaq-beurs. Denk dan aan giganten als Apple, Microsoft, Amazon, Alphabet (Google), Meta (Facebook), maar ook bedrijven zoals Nvidia, Adobe en zelfs PepsiCo.

Wat QQQ bijzonder maakt, is de focus op innovatieve groeibedrijven. De Nasdaq-100 is immers geen doorsnee index zoals de S&P 500. Financiële instellingen ontbreken bijvoorbeeld, wat ruimte laat voor een hoger gewicht aan technologie en consumentgerichte groeibedrijven. En laat dat nu net het type aandelen zijn dat de voorbije twee decennia de show heeft gestolen.

Dat verklaart meteen ook de lange termijn performance. De QQQ heeft sinds zijn oprichting spectaculaire rendementen opgeleverd — vaak veel hoger dan de bredere markt. Dat trekt natuurlijk beleggers aan als een mot op een kaarsvlam. Al moet je dan wel tegen een beetje hitte kunnen, want bij stevige correcties kan de QQQ net zo goed fors onderuitgaan.

Waarom is QQQ zo populair bij particuliere beleggers?

De aantrekkingskracht van de QQQ is deels psychologisch. Technologie spreekt tot de verbeelding. Het zijn bedrijven die we kennen van ons dagelijks leven, van onze smartphones, onze zoekopdrachten, onze streamingdiensten. Ze zijn herkenbaar. En herkenning wekt vertrouwen, zelfs als dat beleggers soms wat roekelozer maakt dan goed is.

Daarnaast speelt ook de toegankelijkheid een rol. Via platforms als DEGIRO of Bolero koop je vandaag al een stukje QQQ met één druk op de knop. De ETF heeft een hoge liquiditeit, lage spreads en wordt verhandeld op de Nasdaq, dus in USD. Bovendien zijn er ook Europese varianten, zoals de QQQS (UCITS-variant), voor wie liever op Europese beurzen koopt.

QQQ is ook een favoriet bij actieve traders. Door het hoge volume en de constante vraag is er altijd beweging. De ETF is dus geliefd bij daghandelaars, swingtraders en optietraders. Dat zorgt voor extra volume en aandacht, waardoor hij nog populairder wordt — een soort sneeuwbaleffect.

En dan is er nog de performantie. Niemand wil het toegeven, maar stiekem jagen veel beleggers op dat ene wonderproduct dat “de markt verslaat”. De QQQ kwam daar de afgelopen decennia verdomd dicht bij, en soms zelfs ver voorbij. Dat maakt het moeilijk om te negeren, zelfs als je normaal eerder defensief belegt.

Hoe verschilt QQQ van andere populaire ETF’s?

In tegenstelling tot een brede index zoals de S&P 500 (denk: ETF’s als SPY of VUSA), is QQQ veel geconcentreerder. De top 10 posities maken vaak meer dan 50% van het gewicht uit. Het is dus niet zozeer een “alles-in-één”-oplossing, maar eerder een technologisch groeipakket. Dat is ideaal in tijden van bullmarkten, maar kan ook pijnlijk zijn wanneer technologieaandelen onder druk staan.

Vergelijk het met een auto: een ETF als VWRL is een stevige SUV — stabiel, betrouwbaar, niet te snel, niet te traag. De QQQ? Dat is een sportwagen met turbo. Spectaculair op rechte stukken, maar je moet wel kunnen sturen in de bochten. En af en toe slingert hij uit de bocht als de weg glad wordt.

Andere grote ETF’s zoals iShares MSCI World (IWDA) of de Vanguard FTSE All-World ETF (VWCE) bieden een veel bredere spreiding over regio’s en sectoren. Ze zijn vaak minder volatiel, maar bieden ook minder kans op uitschieters. QQQ richt zich dus eerder op beleggers die bewust kiezen voor meer risico in ruil voor potentieel meer rendement.

Welke risico’s zitten er aan beleggen in QQQ?

De belangrijkste valkuil is ongetwijfeld de sectorconcentratie. Technologie en communicatie zijn de ruggengraat van de QQQ. Dat werkt prima in tijden van groei, lage rente en optimisme. Maar zodra centrale banken beginnen te verstrakken, of er onzekerheid ontstaat rond regelgeving (zoals bij AI of privacywetgeving), dan krijgt de QQQ het hard te verduren.

Een ander risico is de waardering. Veel van de bedrijven in de QQQ zijn echte groeiaandelen met hoge koers-winstverhoudingen. Ze worden gewaardeerd op basis van toekomstige winsten, en dat maakt hen kwetsbaar voor renteverhogingen of tegenvallende resultaten. De val kan dan diep zijn — kijk maar naar de tech-correctie van 2022.

Daarnaast is er ook de valutarisico voor Europese beleggers. De QQQ noteert in Amerikaanse dollar. Als de dollar daalt ten opzichte van de euro, kan dat een deel van je rendement opeten. Dat hoeft geen ramp te zijn, maar het is iets om rekening mee te houden — zeker als je belegt met een lange horizon.

Tot slot: populariteit is geen garantie voor succes. Het feit dat iedereen het over een ETF heeft, kan ook betekenen dat hij misschien te gehypet is. Bijna elke keer als een belegging té populair wordt, sluipt er speculatie binnen. En dat is zelden een goed teken op lange termijn.

Is QQQ geschikt voor jouw portefeuille?

Dat hangt sterk af van je beleggingsdoel. Wie op zoek is naar brede spreiding, wereldwijde blootstelling en een defensieve insteek, zal QQQ wellicht te riskant vinden. Maar wie gelooft in technologie als motor van economische groei, en bereid is de nodige volatiliteit te omarmen, heeft met de QQQ een krachtig instrument in handen.

Persoonlijk zie ik de QQQ als een aanvulling, geen basis. Ik gebruik hem als satellietpositie — een deel van mijn portefeuille dat net iets agressiever mag zijn. In combinatie met brede indextrackers en misschien wat dividend-aandelen krijg je dan een evenwichtige mix met toch wat pit. Want zeg nu zelf: het is soms leuk om een beetje adrenaline in je portefeuille te hebben, zolang je maar weet wat je doet.

Wie QQQ koopt als “de makkelijkste manier om snel rijk te worden”, zal vroeg of laat teleurgesteld zijn. Maar wie beseft dat beleggen een lange weg is, vol bochten en onverwachte omwegen, kan met de QQQ een bondgenoot hebben die — met de juiste begeleiding — mooie stukken van dat pad kan verlichten.

Wat zijn interessante alternatieven voor de QQQ?

Er zijn zeker alternatieven die je kunt overwegen, afhankelijk van je profiel:

• iShares Nasdaq-100 UCITS ETF (CNDX): een Europese UCITS-versie van de Nasdaq-100, zonder Amerikaanse dividendbelasting.
• ARK Innovation ETF (ARKK): voor wie nog een stap verder wil gaan in technologische disruptie. Meer risico, meer potentieel.
• Vanguard Information Technology ETF (VGT): sectorfocus, maar wel iets breder dan enkel de Nasdaq-100.
• SPDR S&P 500 ETF (SPY): wie toch liever iets meer evenwicht wil met financiële instellingen, energie en industrie erbij.

En vergeet ook niet dat je niet per se hoeft te kiezen. Een mix van brede wereldtrackers en een klein stukje QQQ kan je het beste van twee werelden geven: stabiliteit én groeipotentieel. En uiteindelijk is dat waar veel beleggers naar op zoek zijn: een portefeuille die én slaapt als een roos, én droomt van de sterren.