Categorie: Obligaties
De meest bekende belegging naast aandelen zijn obligaties. Met het beleggen in obligaties loopt u doorgaans iets minder risico dan wanneer u belegd in aandelen. Een obligatie is letterlijk een schuldbewijs. Obligaties worden over het algemeen uitgegeven door een land, een onderneming of een overheidsinstelling. In tegenstelling tot een aandeel, heeft een obligatie wel een vaste looptijd. Deze looptijd wordt vooraf vastgesteld en ligt meestal ergens tussen de vijf en de dertig jaar. Jaarlijks wordt aan de obligatiehouders een vast of variabel rentebedrag uitgekeerd. Aan het einde van de looptijd van de obligatie wordt deze weer afgelost bij de koper. Tenminste, als de uitgevende partij in de looptijd niet failliet gegaan is. Omdat beleggers in obligaties hun geld voor een langere tijd kwijt zijn en dus meer risico lopen, krijgen zij ook een hoger rendement dan bijvoorbeeld geld dat staat op een spaarrekening of deposito.
Obligaties zijn over het algemeen beursgenoteerd
In de meeste situaties zijn obligaties beursgenoteerd. Door veranderingen in de rentestand kunnen obligaties tijdens hun looptijd in koers stijgen of dalen. De koersen van obligaties bewegen zich omgekeerd evenredig aan de renteontwikkeling. Stijgt de rente, dan dalen de koersen omdat er betere alternatieven ontstaan zijn voor het beschikbare beleggingskapitaal en andersom. De koersen van obligaties worden uitgedrukt in percentages van de nominale waarde. De nominale waarde is de waarde die vermeld staat op de obligatie. Dit is ook het bedrag dat bij aflossing weer wordt terugbetaald. Een vier procent in koers gedaalde obligatie zal dus op 96% staan. Soms kunnen obligaties ook na enige tijd vervroegd afgelost worden, dit noemt men callable. Het bedrijf dat de obligaties uitgegeven heeft mag dan tegen een vooraf bepaalde koers de obligatie naar eigen wens eerder aflossen.
Verschillende obligaties
Doordat de ene instelling kredietwaardiger is dan een ander en omdat bij een faillissement de ene obligatie hoger in de rangorde staat dan een ander tijdens de liquidatie van de boedel, zijn er verschillende obligaties. Deze hebben allemaal een afwijkend rendement-risico. Naast de reguliere obligaties kunt u ook beleggen in converteerbare obligaties, gegarandeerde obligaties en de zogenoemde perpetuals ofwel eeuwigdurende obligaties.
Handelen in obligaties
Als een obligatie beursgenoteerd is, dan is het mogelijk om op ieder gewenst moment en zonder opzegtermijn of boete geld op te nemen. Dit doet u door de obligatie te verkopen. Andersom kunt u er ook voor kiezen om op ieder gewenst moment eerder uitgebrachte obligaties aan te kopen. Het is ook mogelijk om als belegger in te schrijven op nieuw uit te geven obligatieleningen. Dit bespaart u inkoopprovisie.
Renterisico bij obligaties
Bij obligaties geldt een langere looptijd is een hoger risico. Dit komt omdat de kans op een faillissement van de obligatie vertrekker groter is bij een langere periode. De lange looptijd vergroot ook het renterisico. In tegenstelling tot het kopen van aandelen, weet u als belegger in obligaties over het algemeen precies wat het rendement zal zijn als u de obligatie tot het einde van de looptijd behoudt. Daarbij liggen de jaarlijkse rentecoupon en aflossing meestal vast. Maar als u tussentijds ervoor kiest om uw obligaties te verkopen, kan u te maken krijgen met mogelijke koersverschillen. Deze koersverschillen kunnen het gevolg zijn van een veranderde rentestand.