Goedkope olie hakt erin: Big Oil snoeit fors in banen en investeringen

De scherpe terugval van de olieprijs in de zomer en nazomer van 2025 dwingt de grote olie- en gasmaatschappijen tot een stevige realitycheck. Waar de sector vorig jaar nog profiteerde van uitzonderlijk sterke kasstromen, staan vandaag marges, investeringsplannen en organisatiestructuren onder druk. Brent noteert begin september in de midden-$60 per vat en dook tussendoor zelfs in de lage $60-zone, terwijl vooruitzichten voor de rest van het jaar rekening houden met verdere zwakte bij aanhoudende productie-opbouw door OPEC+ en gematigde vraag. Het gevolg is een breed front van kostenmaatregelen: van uitgestelde projecten en striktere kapitaalsdiscipline tot omvangrijke ontslagrondes bij zowel majors als toeleveranciers. Voor beleggers is dit een kantelmoment: de shift van “groei tegen elke prijs” naar “cashbescherming en selectieve ontwikkeling” heeft directe implicaties voor waarderingen, dividendbeleid en de cyclische posities in energie-aandelen en oliediensten.

Big Oil snoeit fors in banen en investeringen

Van prijsdruk naar kapitaalsdiscipline: waarom de kraan dichtgaat

De motor achter de ommekeer is tweeledig. Enerzijds verschoof het marktsentiment in aanloop naar het APPEC-forum in Singapore richting lagere prijzen: de discussie gaat niet langer of, maar wanneer en hoe ver de olieprijs zakt, nu aanbodgroei de vraag vooruit lijkt te lopen. De geplande verhoging van OPEC+-volumes vanaf oktober versterkt die trend en voedt prognoses dat Brent nog dit jaar richting of zelfs onder $60 kan glijden. Banken en analisten hebben hun ramingen neerwaarts bijgesteld, en ook recente marktbewegingen – van zwakkere macrodata tot oplopende voorraden – wijzen op een periode van lagere prijssteun. Anderzijds zet de sector zelf in op industriële consolidatie en kostenbeheersing na de fusie- en overnamegolf van de voorbije jaren. Dat vertaalt zich in minder rigs en frac-spreads in de VS, strakkere projectselectie wereldwijd en hogere drempels voor nieuwe FIDs (final investment decisions). De boodschap is duidelijk: groei mag, maar alleen als ze tegen lagere break-evenprijzen robuust rendeert.

Die focus op discipline raakt zowel upstream als ondersteunende ketens. Servicebedrijven kondigen herstructureringen aan, terwijl producenten de volgorde van investeringen herschikken. In de praktijk betekent dit dat korte-cyclusprojecten met snelle terugverdientijd voorrang krijgen, terwijl kapitaalintensieve of complexe ontwikkelingen worden vertraagd of geschrapt. Het patroon doet denken aan 2015–2016 en de COVID-periode, maar met één groot verschil: bedrijven verdedigen nadrukkelijk de balans en het aandeelhoudersrendement, waardoor ze sneller en harder in de kosten snijden om het vrije kasstroomprofiel te stabiliseren.

De nieuwe realiteit bij de majors: banenreducties, lagere capex en hertekenen van portefeuilles

Het meest tastbare signaal is de golf van ontslagen. ConocoPhillips kondigde begin september aan wereldwijd 20–25% van het personeel te schrappen – goed voor naar schatting 2.600 tot 3.250 banen – in een bredere herstructurering die ook $1 miljard aan structurele kostenbesparingen en extra desinvesteringen tegen 2026 beoogt. Het management erkent daarbij expliciet dat processen moeten worden gestroomlijnd na de recente dealactiviteit. BP reduceerde eerder dit jaar zijn personeelsbestand met meer dan 5%, met bijkomende ingrepen in de exploratie- en low-carbon-activiteiten. Ook bij Europese spelers als Shell en TotalEnergies is het mes gezet in overhead en selecte divisies, met duidelijke prioriteit voor projecten met lagere kostprijs en hogere kasstroomzekerheid. In de VS verkleinen producenten bovendien hun veldteams en besteden ze meer uit, geholpen door digitalisering en automatisering.

Capex-plannen bewegen dezelfde richting uit. Chevron temperde zijn projectbudget voor 2025 met circa $2 miljard en zet parallel in op efficiency-winsten in de schalie–waardeketen. Elders worden investeringspaden “gefasceerd”: modules en tranche-beslissingen moeten flexibiliteit bieden als prijzen verder terugvallen. Tegelijk behouden sommige majors – afhankelijk van balanssterkte en portefeuille – hun programma’s voor aandeleninkoop, zij het met meer nadruk op variabele componenten. TotalEnergies bijvoorbeeld hield zijn buybacks aan ondanks lagere winst en oplopende schuld, maar liet weinig twijfel dat de drempel voor nieuwe, kapitaalintensieve projecten hoger ligt zolang Brent in de $60-zone bivakkeert.

De VS-schalie vormt opnieuw het epicentrum van de aanpassing. Dalen het aantal actieve rigs en frac-spreads, dan volgt met vertraging een afvlakking van de productiegroei. Analisten waarschuwen dat het recordniveau van 2024 in de Amerikaanse output moeilijk te evenaren wordt als de prijs onder de $70–$75 blijft – vaak genoemd als minimale stimulans voor brede activiteit in de “midden van de kostencurve”. Voor dienstenbedrijven betekent dit minder crew-bezetting, lagere prijszetting en een scherpere concurrentiestrijd om contracten; voor producenten betekent het selectiever boren, met nadruk op “tier-1” locaties en efficiëntere completion-technieken.

impact van de olieprijs op de economie

Implicaties voor beleggers: defensieve cashflows, selectieve kansen en timingrisico

Voor beleggers in energie-aandelen draait de discussie nu om drie assen. Ten eerste: kasstroomzekerheid. In een lagere prijsomgeving hebben majors met sterke balansen, flexibele capex en geïntegreerde ketens historisch het voordeel. Dividend en buybacks blijven in veel gevallen prioriteit, maar de rek is minder groot; het risico op trims of temporisering stijgt als prijzen nog een trap lager gaan of raffinagemarges verzwakken. Ten tweede: exposure aan schalie en diensten. Wie cyclische hefboom zoekt, vindt die traditioneel bij oliediensten en onafhankelijke schalieproducenten, maar precies daar zit nu de neerwaartse volatiliteit. Zonder duidelijke prijsbodem en verbeterende vraag is “catching a falling knife” een reëel risico. Ten derde: waardering vs. scenario’s. De markt prijst inmiddels een langere periode van Brent in de $60-zone in. Indien OPEC+ effectief extra volumes blijft toevoegen en vraagzijde tegenvalt, kan verdere multiple-compressie volgen. Maar een verrassende aanbodschok of geopolitieke verstoring kan de slinger snel terugduwen en de ondergeïnvesteerde barrels opnieuw premiewaarde geven.

In portefeuille-termen wijst dit op een barbell-strategie. Aan de ene kant defensieve, geïntegreerde majors met bewezen kapitaalterugvoer en lage break-even (die de storm kunnen uitzitten), aan de andere kant selecte “optionality” in assets of producenten met duidelijke katalysatoren (kostendalingen, procesverbeteringen, of veldspecifieke upside) – maar dan in bescheiden dosering. Voor oliediensten overheerst voorlopig voorzichtigheid; de orderboeken zullen eerst moeten stabiliseren, en pricing power keert pas terug bij een hogere rig-activiteit. Tot slot loont het om dividenddekking en schuldprofiel op de voet te volgen: de combinatie van lagere upstream-marges en volatiliteit in raffinage en chemie vergroot het belang van strikte financiële hygiëne.

Wie liever buiten het aandelencomplex blijft, kan kijken naar krediet van investment-grade majors, waar de balanssterkte en de bereidheid tot capex-aanpassing buffers bieden. Ook termijnstructuren (futures, covered calls op energie-ETF’s) kunnen een rol spelen voor wie prijsrisico wil hedgen of carry wil capteren, al vereist dit een zeer consequent risicobeheer. Het kernthema blijft echter hetzelfde: zolang het evenwicht tussen vraag en aanbod wankel is en OPEC+ de volumekraan openzet, voelt Big Oil de pijn van goedkope olie sneller in de resultatenrekening dan beleggers in 2022–2023 gewend waren. Dat dwingt tot discipline – bij de bedrijven én bij beleggers.

Bronnen

joris

Joris

Joris is één van de vaste auteurs bij Beleggen for Dummies, waar hij met heldere taal en nuchtere inzichten de wereld van aandelen en beleggen toegankelijk maakt voor iedereen. Als zelfverklaarde ‘late instapper’ weet hij als geen ander hoe verwarrend beleggen kan zijn wanneer je net begint. Precies daarom zet hij zich in om moeilijke financiële concepten om te zetten in begrijpelijke artikels, zonder vakjargon of ingewikkelde formules.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *