Dalende bedrijfsinvesteringen zetten rem op wereldwijde groei (volgens OESO)
De wereldeconomie staat onder druk nu de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) waarschuwt voor een aanhoudende zwakte in bedrijfsinvesteringen. In haar recentste vooruitzichten toont de OESO aan dat netto bedrijfsinvesteringen in ontwikkelde landen fors zijn gedaald ten opzichte van de niveaus van vóór de financiële crisis in 2008. Waar deze investeringen destijds nog rond de 2,5% van het bbp schommelden, ligt dat cijfer vandaag gemiddeld op slechts 1,6%. Ten opzichte van de verwachtingen die men vóór de coronapandemie had, blijven investeringen zelfs 6,7% achter. Deze structurele terugval dreigt de groei wereldwijd te fnuiken en heeft ook op lange termijn nefaste gevolgen voor de productiviteit en het innovatief vermogen van economieën.
Verontrustende trends en onderliggende oorzaken
Slechts twee ontwikkelde economieën – Israël en Portugal – hebben hun pre-2008 investeringsniveau weten te herstellen. Slechts zes landen, waaronder Canada, Italië en Australië, zitten boven het niveau van vóór de pandemie. Gemiddeld blijven investeringen echter zo’n 20% onder het pad dat men zou verwachten als de trend van vóór de financiële crisis was aangehouden.
Opvallend is dat deze terugval plaatsvindt ondanks historisch lage financieringskosten en hoge bedrijfswinsten. In plaats van te investeren in machines, infrastructuur of innovatie, kiezen veel bedrijven ervoor om kapitaal uit te keren aan aandeelhouders via dividenden of aandeleninkoopprogramma’s. Ook wordt meer geld aangehouden in financiële activa, wat ten koste gaat van investeringen in de reële economie. Vooral in sectoren zoals nutsvoorzieningen en energie is deze trend zichtbaar, waar aandeelhoudersuitkeringen de noodzakelijke herinvesteringen ruimschoots overtreffen.
Onzekerheid en handelsfricties remmen investeringsbereidheid
De OESO wijst op een belangrijke oorzaak van de zwakke investeringsgroei: verhoogde politieke en economische onzekerheid. Wisselvallig handelsbeleid (met de nadruk op de tarievenoorlog van Donald Trump) en oplopende geopolitieke spanningen hebben geleid tot een afwachtende houding bij bedrijven. Zo blijkt dat een toename in beleidsmatige onzekerheid met één standaarddeviatie de groei van bedrijfsinvesteringen met ongeveer één procentpunt vermindert na een jaar tijd. Dergelijke onzekerheid is vergroot door protectionistische maatregelen en handelstarieven, wat wereldwijd heeft geleid tot verstoringen in toeleveringsketens en afgenomen vertrouwen bij ondernemers.
De gevolgen laten zich voelen: de OESO heeft haar groeiverwachtingen voor 2025 en 2026 naar beneden bijgesteld. Waar men eerder nog uitging van een groei van 3,3% in 2024, verwacht men nu slechts 2,9% groei voor de daaropvolgende jaren. Vooral grote economieën zoals de Verenigde Staten, Canada, Mexico en China dragen bij aan deze vertraging.
Welke maatregelen zijn nodig om het tij te keren?
Volgens de OESO is het noodzakelijk dat overheden snel en gecoördineerd optreden. Prioriteiten zijn onder meer het verminderen van handelsbarrières, het terugdringen van onnodige regulering en het doorvoeren van structurele hervormingen die private investeringen stimuleren. In veel ontwikkelde landen blijft de overheidssteun voor investeringen beperkt en ook investeringen in de woningmarkt stagneren.
Monetaire beleidsmakers wordt aangeraden waakzaam te blijven. Indien inflatieverwachtingen stabiel blijven en handelsfricties afnemen, zouden renteverlagingen in de tweede helft van 2025 of begin 2026 opnieuw mogelijk kunnen worden. Fiscaal beleid moet intussen balanceren tussen kortetermijnondersteuning voor kwetsbare groepen en het waarborgen van houdbare overheidsfinanciën op lange termijn. Schuldenlasten mogen immers niet verder ontsporen.
Het is duidelijk dat het herstellen van investeringen cruciaal is voor duurzame groei. Zonder een kentering in het huidige investeringsklimaat dreigt het groeipotentieel van veel economieën blijvend te worden aangetast. Ook opkomende markten dreigen hierdoor geraakt te worden, aangezien zwakke investeringen in de ontwikkelde wereld de wereldwijde vraag temperen. In essentie toont de OESO aan dat er sprake is van een groeiende kloof tussen winstgevendheid van bedrijven en hun bereidheid om te investeren in de toekomst. Structurele onzekerheid, gewijzigde prioriteiten in kapitaalallocatie en terughoudendheid bij investeringen in fysieke en publieke infrastructuur liggen aan de basis van deze trend. Alleen via duidelijke beleidskeuzes en stabiele marktomstandigheden kan deze negatieve spiraal worden doorbroken en kan de wereld opnieuw op een robuust groeipad worden gezet.