Je voelt je onrustig over je beleggingen? Doe eerst deze vijf dingen alvorens actie te nemen!
Onrust rolt soms aan als een mistbank: plots is het zicht weg, en elk geluid klinkt groter dan het is. Zo voelt het ook bij beleggen. Een rood cijferspel op het scherm, een tweet die rondgaat, een vriend die zegt “ik zou nu écht verkopen”… en je hartslag versnelt. Terwijl vingers al richting verkoopknop glijden, helpt het om even te vertragen. Beleggen is geen sprint, het is een marathon over een bochtig parcours, soms met kasseien. En wie op kasseien panikeert, verliest meer door slechte beslissingen dan door de schokken zelf. Ik heb het vaker gezien dan me lief is: slimme mensen die té snel reageren, en achteraf zuchten dat ze “het wisten”. Daarom eerst dit: vijf concrete stappen die rust geven, helderheid creëren en de kans vergroten dat elke volgende zet klopt met jouw plan in plaats van met je stress.
Deze aanpak is niet magisch. Hij is aards, praktisch, en eerlijk gezegd verrassend effectief. De kunst zit in korte pauzes inbouwen, de juiste vragen stellen en je eigen regels respecteren. Onderweg gooi ik er wat persoonlijke accenten in; ik heb zelf leren beleggen met een stapel fouten en een lijstje gewoontes dat stress tempert. Wat volgt is precies dat lijstje — geen theoretische verhandeling, maar een werkbank vol kleine handelingen die samen een groot verschil maken.
Wat is het tijdsframe van je doel en van de stress?
De eerste vraag die ik mezelf stel wanneer het bloeddrukniveau stijgt: op welke horizon kijk ik eigenlijk? De stress is bijna altijd ultrakort — uren tot dagen — terwijl mijn doel vaak jaren breed is. Dat is een mismatch. Als je spaart voor een verbouwing binnen zes maanden, dan praat je over kapitaalbehoud en lage volatiliteit. Als je bouwt aan pensioenvermogen over vijftien jaar, dan praat je over groei en het verdragen van uitschieters. Dezelfde koersbeweging voelt anders afhankelijk van die horizon. Ik pak daarom bewust twee “lenzen”: een groothoek en een macro-tele.
Met de groothoek bekijk ik de grafiek op jaar- of meerjarenbasis en vraag ik: hoe uitzonderlijk is deze daling binnen de lange trend? Vaak blijkt de huidige correctie slechts één rimpel op een groter meer. Met de macro-tele zoom ik in op het mechanisme: komt deze beweging uit macro-angst, liquiditeit, of is er fundamenteel nieuws? Het maakt veel uit of winstverwachtingen wezenlijk dalen, of dat markten gewoon even niezen.
Ik scherm mezelf ook tegen illusies: te vaak verwarren we geluid met signaal. Een daling op maandag voelt als een oordeel, maar is statistisch zelden een definitieve uitspraak. Beter is het om tijdsframes te matchen: beleg je voor vijf tot tien jaar, dan verdienen dagkoersen minder aandacht dan de voortgang van je plan. Beleg je voor een korte doelhorizon, dan hoort je portefeuille daar nu al op ingericht te zijn met minder risico, zodat onverwachte schommelingen je niet uit je slaap houden. In beide gevallen is de vraag dezelfde: past mijn huidige bezorgdheid bij mijn echte doel? Zo niet, dan is het de bezorgdheid die moet schuiven, niet het hele plan.
Een nuttig beeld: stel je voor dat je in een vliegtuig zit. Turbulentie is vervelend, maar de piloot verandert zelden het einddoel of de route door één hobbelige luchtlaag. Hij past snelheid en hoogte aan, maar blijft koersvast. Dat is exact wat jij hier ook doet: je herinnert jezelf aan het einddoel en kiest het juiste hoogteprofiel voor je kapitaal.
Kalmeer lichaam en hoofd: adem, schrijf, en neem een kopje kamillethee
De volgende stap is minder financieel en meer fysiologisch, en toch cruciaal. Zenuwstelsel eerst, transacties later. Adrenaline en angst maken het prefrontale brein — je rationele stuur — tijdelijk minder scherp. Je voelt het: hartslag omhoog, schouders vast, impuls om “iets” te doen. Ik zet dan letterlijk een timer van vijf tot tien minuten en doe drie dingen die goedkoop zijn maar wonderen doen.
Ten eerste: 4-6 ademhaling (vier tellen in, zes uit) gedurende twee à drie minuten. Dat activeert de parasympathische rem en haalt de piek van de stress af. Ten tweede: ik pak papier — jawel, papier — en schrijf ongeremd op waar ik bang voor ben. “Wat is het ergste dat kan gebeuren, en wat doe ik dan?” Door het scenario op te schrijven, verliest het zijn schaduw. Ten derde: ik zet water op en neem een kopje kamillethee (ikzelf ben grote fan van deze prachtige kamillethee van Thee.be!). Het ritueel werkt als een mentale schakelaar: langzaam schenken, geur inademen, eerste slok. Het is geen kwakzalverij; het is een manier om toon en tempo te resetten. Als je liever koffie drinkt, prima — maar let op dat cafeïne de stress soms voedt. Kamillethee is zachter, het zegt: “we hoeven niet te vechten, we mogen even landen.”
Daarna kijk ik pas terug naar het scherm. Vaak merk ik dat de drang om te handelen al met de helft gedaald is. En dat is exact de bedoeling: de beste beslissing onder druk is meestal een beslissing die een uur later óók goed voelt. Je maakt dus ruimte tussen prikkel en respons. Wat niet helpt: eindeloos doomscrollen, koersen per minuut volgen of chatgroepen openen die elk rood kaarsje “het begin van het einde” noemen. Het lijkt informatie, maar het is onrust met een megfoon. Je staat jezelf toe om even niets te doen, en dat niets is functioneel: het herstelt je interne kompas.
Tip uit eigen keuken: maak hier een mini-ritueel van dat je herhaalbaar houdt. Het hoeft niet romantisch te zijn; het moet gewoon werkbaar zijn. Adem, schrijf, thee. Drie schakelaars. Als je dat drie keer gedaan hebt in onrustige weken, bouw je een reflex: eerst landen, dán kijken.
Herlees je beleggingsplan en risicoprofiel
Nu het hoofd helderder is, komt het fundament op tafel: wat was het plan en welke risico’s wou je zelfstandig kunnen dragen? Als je ooit een eenvoudige beleggingsverklaring schreef — doelen, horizon, verdeling aandelen/obligaties/cash, herbalanceerregels — dan is dit het moment om ze erbij te nemen. Zo niet, dan stel je ze vandaag nog op één A4 op. Het klinkt saai, maar saaiheid is hier goud waard. De vraag is niet “wat voelt nu goed?”, maar “wat had ik vooraf rationeel afgesproken met mezelf?”
Bekijk je asset-allocatie. Is de verhouding scheefgegroeid? In volatiele periodes lopen aandelen weleens 7 à 10 procentpunt uit de pas. Een eenvoudige bandbreedte helpt: bijvoorbeeld herbalanceren als een categorie meer dan vijf procentpunt afwijkt van de bedoeling. Niet omdat je de bodem wil timen, maar omdat je de discipline bewaakt. Wie consequent herbalanceert, verkoopt relatief hoog en koopt relatief laag, zonder in kristallen bollen te geloven.
Peil ook je risicodraagkracht versus risicobereidheid. Draagkracht gaat over feiten: vaste kosten, buffer, inkomenszekerheid, nabije uitgaven (auto, verbouwing). Bereidheid is emotioneel: hoeveel schommeling kan je écht verdragen zonder wakker te liggen? Als je draagkracht lager is dan je huidige risico, dan is actie soms wél nodig — maar dan is het geen paniekactie, eerder een structurele hertekening (meer cash, kortere duration, hogere kwaliteit). Als je draagkracht oké is en je plan is logisch, dan is “niets doen” vaak de professionele zet. Volgens mij is dat het moeilijkste dat particuliere beleggers leren: het verschil tussen zinvol bijsturen en onrust uit de weg handelen.
Tot slot: check kosten en belastingen als onderdeel van je plan. In België zijn er transactiekosten en beurstaks (TOB); dividenden kennen roerende voorheffing. Niet elk “klein” schuifje is onschuldig: veel kleine transacties kunnen samen flink geld kosten. Het plan helpt om micro-impulsen te filteren en alleen te handelen als de structurele logica sterker is dan de fricties. Ik noteer steeds: “Is deze transactie verdedigbaar binnen mijn plan?” Als het antwoord niet snel en duidelijk ja is, doe ik het niet.
Wat is er feitelijk veranderd aan de belegging zelf?
Paniek gedijt in vaagheid. Dus breng scherpte: wat is er objectief veranderd? Scheid prijs van waarde. Een koers kan tien procent dalen zonder dat de case wezenlijk anders is. Omgekeerd kan een aandeel stabiel blijven terwijl de toekomst verslechtert, omdat de markt het nog niet ziet of om andere redenen bezig is. Ik maak daarom een korte, concrete checklist per type belegging.
Voor aandelen: is er nieuws over omzet, marges, cashflow, schuldniveaus? Is er guidance aangepast? Zijn er structurele veranderingen in het concurrentieveld of regulatoire risico’s die de kasstromen blijvend beïnvloeden? Een dalende multiple op sentiment is één ding; een dalende winstkracht is iets anders. Voor ETF’s: kijk naar de onderliggende onderdelen. Is de daling breed (macro) of geconcentreerd in één sector? Voor obligaties: check duration en kredietkwaliteit. Stijgende rentes knijpen koersen, maar een obligatie met korte looptijd komt gewoon tegen nominale waarde dichterbij; het koersverlies is vaak tijdelijk op papier. Voor cash: soms is niets doen letterlijk een keuze — liquiditeit is een positie.
Maak daarnaast onderscheid tussen tijdelijke ruis en structurele breuken. Een tijdelijke ruis is bijvoorbeeld een productlancering die later blijkt mee te vallen. Een structurele breuk is een businessmodel dat onder druk staat door technologie of wetgeving. Het eerste verdraagt geduld; het tweede vraagt heroverweging. Ik hou van het “twee kolommen”-blad: links feiten (wat is er werkelijk bekend), rechts interpretatie (wat betekent dit voor de casus). Door die scheiding word je minder prooi van verhalen die lekker klinken maar dun zijn.
Tot slot: check je waardering. Als een aandeel 20 procent zakt en tegelijk rationeel goedkoper is geworden op basis van kasstroomprojecties, kan bijsturen passend zijn. Maar als de waardering nog steeds rijk is en vooruitzichten krimpen, is doorschuiven of afbouwen verdedigbaar. Dit is geen pleidooi voor daghandel; het is een pleidooi voor consequent denken. Koersen praten luid, maar de feiten fluisteren. Luister naar het gefluister.
Test je beslissingen op papier en stel simpele spelregels op
Heb je de vorige stappen gedaan, dan is de onrust meestal al lager en de analyse helderder. Nu komt mijn favoriete tussenstap: beslissen op papier, niet in de broker. Je simuleert wat je wil doen, schrijft het op, en kijkt er de volgende dag nog eens naar. Niet om uit te stellen om het uitstellen, maar om te toetsen of de redenering overeind blijft zonder adrenaline.
Ik gebruik drie simpele tools. Eén: een premortem. Stel dat je over zes maanden spijt hebt van deze actie; wat is er dan waarschijnlijk misgegaan? Als dat scenario heel geloofwaardig klinkt, dan is je plan fragiel. Twee: if-then-regels. Bijvoorbeeld: “Als mijn aandelen-aandeel meer dan vijf procentpunt boven doel weegt, herbalanceer ik bij maandultimo.” Of: “Als de fundamentele these stuk is (verlieslatend project wordt stopgezet, kasbuffer valt weg), dan bouw ik af.” Drie: stapelen in tranches. In plaats van alles in één klap, werk je in drie of vier kleine orders over dagen of weken. Dat dempt spijt en reduceert timingrisico.
Reken ook de impact van onzekerheid door. Stel, je portefeuille is 50.000 euro en een correctie van tien procent voelt ondraaglijk. Dat is 5.000 euro op papier — niet prettig, maar wel te plaatsen. Als je dit cijfer zwart op wit ziet, wordt de emotie concreter en dus behandelbaar. Is dat bedrag hoger dan je nachtrust verdraagt, dan is het signaal helder: het risiconiveau is te pittig voor je huidige leven, en daar mag je structureel op sturen (meer cash, meer defensief, minder concentratie).
Vergeet ten slotte de fricties niet: transactiekosten, beurstaks, bid-ask-spread en belastingen. Een klein voordeel kan wegsmelten door kosten. En ja, soms heb je gelijk en trekt de markt alsnog tegen. Daarom zijn spelregels zo waardevol: ze beschermen je tegen jezelf. Ik vind dat de beste beleggers vooral goede automatisering in hun gedrag hebben, niet per se betere kristallen bollen. Je hebt geen heldenmoed nodig, je hebt routine nodig.
Als extra veiligheid kan je een cooling-off inbouwen: pas na 24 uur voer je de beslissing uit. In die 24 uur doe je niets anders aan de portefeuille. Geen zigzaggen, geen “toch nog even”. De pauzeknop is een financieel instrument zoals elk ander, en goedkoop bovendien.