Hoe cognitieve biases je beleggingen kunnen saboteren
We denken allemaal graag dat we rationele wezens zijn, vooral wanneer het over geld gaat. Maar onze hersenen spelen niet altijd eerlijk. Ze sluipen binnen via achterdeurtjes van ons bewustzijn, via shortcuts die ooit evolutionair nuttig waren maar ons vandaag, in de context van beleggen, flink in de problemen kunnen brengen. We hebben het over cognitieve biases: mentale denkfouten die onbewust je beslissingen beïnvloeden. En geloof me, ze kunnen je portefeuille op lange termijn meer kosten dan een slechte kwartaalcijfers van je favoriete groeiaandeel.
Je zou kunnen zeggen: “Ach, ik lees financiële nieuwsbrieven, ik volg de beurs, ik ben rationeel.” Maar juist de mensen die denken dat ze er immuun voor zijn, zijn vaak de grootste slachtoffers. In dit artikel bespreken we enkele van de meest verraderlijke cognitieve biases, waarom ze zo gevaarlijk zijn voor beleggers, en hoe je jezelf kunt trainen om ze te herkennen – én er gepast mee om te gaan. Want wie niet oplet, handelt niet op basis van feiten, maar op basis van illusies.

Confirmation bias: je zoekt wat je al gelooft
Een van de meest hardnekkige denkfouten is de confirmation bias, oftewel bevestigingsvooroordeel. Dit mechanisme zorgt ervoor dat we vooral informatie opzoeken, onthouden en geloven die ons bestaande idee bevestigt. Stel: je hebt aandelen gekocht van een bedrijf omdat je gelooft in hun innovatieve technologie. Dan lees je een positief artikel op Seeking Alpha, en voilà: je voelt je gesterkt. Een kritisch rapport van een analist? “Ach, die snapt het niet,” denk je.
Het probleem is dat je jezelf in een tunnelvisie manoeuvreert. Je koopt extra aandelen omdat je alleen het goede ziet, en je negeert signalen die aangeven dat het misschien tijd is om winst te nemen of zelfs te verkopen. In mijn beginjaren als belegger heb ik mezelf ook schuldig gemaakt aan deze bias. Ik wilde zó graag dat mijn investering gelijk zou hebben, dat ik blind werd voor de bredere context. Achteraf gezien had ik beter een tegenstem serieus genomen dan alleen de echo van mijn eigen overtuiging te horen.
De remedie? Daag je eigen mening actief uit. Volg ook analisten en bronnen die níét je visie delen. En stel jezelf bij elke beslissing de vraag: “Wat zou ik denken als ik deze aandelen nog niet in bezit had?” Die vraag dwingt je even uit je bubbel te stappen.
Loss aversion: verlies doet meer pijn dan winst plezier geeft
Een klassieke bias uit de gedragseconomie is verliesaversie. Of je nu belegt in ETF’s, dividendaandelen of speculatieve biotechbedrijven: verlies voelt altijd veel intenser aan dan winst. Daniel Kahneman en Amos Tversky toonden ooit aan dat het verlies van €100 ongeveer twee keer zo hard aanvoelt als de vreugde van €100 winst.
In de praktijk zie je dit in situaties waarin beleggers te lang blijven hangen in verliezende posities. Ze zeggen dan: “Ik wacht wel tot het weer op nul staat,” of erger nog: “Ik koop bij, dan wordt mijn gemiddelde aankoopprijs lager.” Daarmee hoop je dat je sneller ‘break-even’ bent, maar intussen vergroot je je risico op nóg meer verlies.
Wat hier speelt is dat we het psychologisch moeilijk vinden om verlies te nemen, omdat het voelt als een mislukking. Maar aan de beurs is verlies nemen geen teken van falen, het is vaak net een teken van discipline en realisme. Soms moet je gewoon durven slikken en verdergaan. Ik heb ooit eens een positie in een opkomende markt met 35% verlies gesloten, en het voelde alsof ik een ledemaat verloor. Maar twee maanden later bleek dat de koers nóg 40% zakte. Soms is opgeven net een overwinning in vermomming.
Overmoed: denken dat jij de markt te slim af kunt zijn
Overmoed is een dodelijke valkuil, vooral bij beginnende beleggers die net een paar succesvolle trades achter de rug hebben. Het begint vaak onschuldig: je koopt een aandeel, het stijgt, en plots denk je dat je talent hebt. Je herinnert je de successen haarscherp, maar de missers? Die schuif je onder het tapijt. “Ach, dat was een uitzondering.”
Deze overconfidence bias leidt tot overdreven actief handelen, te weinig spreiding en een te groot risico per positie. Het geeft een vals gevoel van controle. Het lijkt alsof je het stuur stevig in handen hebt, maar eigenlijk ben je aan het rijden met geblindeerde ramen. Zeker in bullmarkten zie je deze bias opduiken als onkruid tussen de winsten. Iedereen is een genie in stijgende markten, tot het keerpunt komt. Dan blijft alleen de harde realiteit over.
Een goede manier om jezelf in toom te houden is om je prestaties bij te houden in een dagboek. Noteer waarom je iets kocht, wat je verwachtte, en wat het resultaat was. Evalueer objectief. Durf jezelf af en toe een spiegel voor te houden: was het kunde, of puur geluk?
Recency bias: het recente verleden als maatstaf gebruiken
Stel: een bepaald aandeel is in de voorbije maand met 20% gestegen. Je denkt: “Die trein is vertrokken, ik moet mee!” En je stapt op het hoogste punt in. Of omgekeerd: een sector kreeg rake klappen, en je denkt: “Daar blijf ik voorlopig af.” Beide zijn typische uitingen van de recency bias: de neiging om recente gebeurtenissen te veel gewicht te geven.
Deze denkfout doet ons vergeten dat markten cyclisch zijn. Wat vandaag hot is, kan morgen koud aanvoelen. En wat nu lijkt te sterven, kan binnen een jaar terug uit de as herrijzen. Recency bias zorgt ervoor dat we achter de kudde aanhollen, in plaats van op strategische momenten net tegen de stroom in te bewegen.
Een gezonde afstand tot de waan van de dag is hier essentieel. Kijk naar langere termijn grafieken, stel objectieve criteria op voor instap- en uitstapmomenten, en leer ‘nee’ zeggen tegen de hype. Zelf probeer ik minstens maandelijks even bewust uit de nieuwsstroom te stappen, zodat ik kan herijken zonder de stem van de waanzin in mijn oor.

Hoe bescherm je jezelf tegen deze denkfouten?
Het slechte nieuws: je raakt nooit volledig immuun voor cognitieve biases. Het goede nieuws: je kunt ze wel leren herkennen en je gedrag erop afstemmen. Dat is misschien niet sexy, maar wel bijzonder waardevol.
Hier zijn enkele strategieën die me persoonlijk al vaak hebben geholpen:
- Werk met regels en systemen: Stel vooraf in wanneer je verkoopt, hoeveel je per aandeel investeert, en wanneer je bijkoopt. Zo vermijd je impulsiviteit.
- Houd een beleggingsdagboek bij: Reflectie achteraf is goud waard. Je leert snel waar je denkfouten zaten.
- Gebruik objectieve data: Laat cijfers je gids zijn, niet je gevoel. Een koers-winstverhouding, schuldgraad of vrije kasstroom liegt niet.
- Spreek met anderen: Een externe blik kan je waarschuwen voor blinde vlekken. Zoek een ‘beleggingsbuddy’ of een groepje gelijkgezinden.
- Durf jezelf in vraag te stellen: Je ego is je grootste vijand aan de beurs. Nederigheid is een onderschatte deugd.
Tot slot: beleggen is niet alleen een kwestie van cijfers en grafieken. Het is ook een mentale sport. En net zoals topsporters hun mindset trainen, zou ook elke belegger z’n eigen hersenen beter moeten leren kennen. Want hoe goed je strategie ook is, als je niet weet hoe je jezelf saboteert, eindig je alsnog op de reservebank van je eigen financiële toekomst.
Vooral dat zinnetje over hoe beleggen ook een mentale sport is, bleef hangen. Ik merk bij mezelf ook hoe snel emoties zoals angst of hebzucht de bovenhand nemen, zeker in onzekere markten. Sinds ik een beleggingsdagboek bijhoud, zie ik veel duidelijker wanneer ik beslissingen nam op gevoel in plaats van op basis van data. Dat alleen al heeft me enkele dure fouten bespaard. En ja, nederigheid… dat blijft een werkpuntje Bedankt voor de eerlijke en praktische tips – altijd fijn om te lezen dat anderen met dezelfde valkuilen worstelen én ermee aan de slag gaan!
Heel erg bedankt, Elke, voor je fijne reactie!