Beleggers zijn vandaag de dag vooral afhankelijk van de grimmen van Trump
Disclaimer: Het onderstaande artikel werd ingezonden door een lezer van Beleggen for Dummies en weerspiegelt de persoonlijke opinie van de auteur. Het is belangrijk om te benadrukken dat de inhoud van dit stuk niet noodzakelijk de visie of het officiële standpunt van Beleggen for Dummies vertegenwoordigt. Wij publiceren regelmatig bijdragen van lezers om verschillende inzichten en meningen binnen de beleggersgemeenschap te delen, maar kunnen niet instaan voor de volledigheid, nauwkeurigheid of actualiteit van de verstrekte informatie.
Er zijn van die beursdagen waarop koersen bijna synchroon lijken te bewegen met wat er uit het Witte Huis rolt. Eén post, één executive order, en sentiment draait alsof iemand het lichtknopje omlegt. En toch: recordstanden vliegen je om de oren, terwijl tegelijk nieuwe tariefdreigingen, uitzonderingen en verlengingen de bandbreedte voor risico’s verbreden. Dat voelt tegenstrijdig, maar het verklaart precies het delicate evenwicht van 2025: een markt die enthousiast is over lagere rente en degelijke winstcijfers, maar ook weet dat een onvoorspelbare tweet of ondertekend document meteen aan marges, ketens en waarderingen kan peuteren. Ik heb het de afgelopen maanden vaker gezien dan me lief is: ’s ochtends nervositeit na een harde uitspraak, ’s avonds alweer opluchting omdat de klap voorlopig uitgesteld wordt. Geen drama, wel frictie. Wie met een portefeuille werkt, moet dat ritme onder de knie krijgen—zoals een chauffeur die niet schrikt van drempels, maar de snelheid tijdig aanpast.
Marktmechaniek: hoe tarieven, benoemingen en losse uitspraken doorwerken
Markten reageren op prijzen, verwachte kasstromen en risico-opslag. Tarieven raken eerst de inkoopfactuur van bedrijven. Dat sijpelt via marges door naar winst en, als de keten breder geraakt wordt, naar inflatieverwachtingen. Voeg daar benoemingen en ontslagen bij in sleutelposities—denk aan economische agentschappen of statistiekinstituten—en je begrijpt waarom de risicopremie soms in een halve handelsdag opschuift. Een beleidsflard hoeft geen wet te zijn om toch effect te hebben. Een verkennende opmerking over “verhogen” of “uitbreiden” kan al volstaan om sectoren met importafhankelijkheid even op de knieën te krijgen. Het frappante van dit jaar: ondanks al dat lawaai noteerde de S&P 500 opnieuw op recordniveaus, geholpen door gematigde inflatiecijfers en toegenomen kans op een renteverlaging. Sterke namen in technologie, banken en defensieve kwaliteitsbedrijven trokken de kar, alsof de markt tegelijk schouderophalend én waakzaam is. Dat dubbele gevoel is geen paradox; het is een teken dat beleggers scenario’s prijzen in plaats van binaire ja-nee-uitkomsten.
Intussen zagen we een diplomatiek pendelverkeer dat rechtstreeks op prijzen en posities weegt. Een 90-dagen-verlenging van een tariefpauze geeft letterlijk ademruimte aan importeurs en retail, temeer met het oog op seizoensgevoelige voorraden. En amper een dag later volgt dan wéér een signaal: goud wordt uitgezonderd, opluchting in grondstoffenland. De week daarvoor: een dikke 50% importheffing op koper en een opschaling van heffingen richting bepaalde landen. Wie het niet volgt, denkt: “onregelmatig beleid.” Wie het wél volgt, weet dat dit patroon zichzelf herhaalt: strak aankondigen, marktschrik, uitzonderingen of uitstel, en dan weer een nieuw dossier. Dat is lastig voor budgetten en capex-plannen, maar helemaal onwerkbaar is het niet—mits je posities bouwt met buffers voor zulke slingers.
Belangrijk detail: kapitaal is niet doof. Terwijl de VS een mix van recordkoersen en beleidsgolven serveert, stroomt geld nadrukkelijker naar ex-VS-markten. Waarderingen in Europa en delen van Azië ogen vriendelijker, en een zwakkere dollar geeft extra zetjes aan rendementen buiten Amerika. Het is geen vlucht, eerder een strategische herweging: minder concentratie, meer valutabalans, en ademruimte tegenover tarief- en headline-risico’s. Dat is gezond portefeuilledenken in een jaar waarin niemand gelooft dat de volgende 100 dagen rimpelloos worden.
Moet je als belegger bang zijn voor tariefdreiging?
Bang zijn helpt een portefeuille nooit. Nuchter zijn wel. Tarieven werken via drie duidelijke kanalen. Eén: hogere importkosten. Twee: verstoring of hertekening van de aanvoerketen, met soms tijdelijke tekorten of hogere logistieke kosten. Drie: een hardnekkiger inflatiebodem dan je puur uit de cyclus zou vermoeden. In de eerste weken kan de markt dat absorberen, zeker als centrale banken dichter bij versoepeling staan. Maar blijft de druk aanhouden, dan zie je het tweede-orde-effect: uitstel van investeringen, voorzichtigere hiring, en minder zin om langlopende projecten te starten. Het persbericht klinkt dan al lang niet meer, maar de boekhouder voelt het in de marge.
Toch is niet elke headline even schadelijk. Uitzonderingen en verduidelijkingen maken minstens zoveel verschil als de initiële aankondiging. Een gerucht dat goud onder brede importheffingen zou vallen, werd in extremis ontkracht. Voor wie in grondstoffengerelateerde ondernemingen belegt, is het verschil tussen inclusief en exclusief nauwelijks te overschatten. Hetzelfde geldt voor verlengde “tijdens-onderhandeling”-pauzes die dreigende, drievoudige tariefniveaus even on hold zetten. Dat zijn geen sierlijnen voor de geschiedenisboeken, wél bruikbare ademstops om posities te herevalueren. Mijn ervaring: wie op zulke momenten zijn watchlist klaar heeft, wint tijd én kwaliteit. Je hoeft dan niet in paniek te verkopen op de hectiek, maar je kan rationeel schakelen: bijtrimmen waar de waardering doorschiet, aanzetten waar tijdelijke stress kansen creëert.
De markt is bovendien goed in het onderscheiden van kwetsbaarheid. Bedrijven met sterke prijszettingsmacht en een hogere lokale inkoopmix houden beter stand. Bedrijven waarvan de kostprijs zwaar in import valt en die geen prijzen kunnen doorrekenen, zien de pijn sneller. Earningscalls en investor days geven tegenwoordig veel meer detail over supply chains, hedging en contracten. Het loont om dat nauw te volgen. Mijn vuistregel in 2025: tariefnieuws is zelden een reden om blind te vluchten, maar vaak een reden om dieper te graven in margedrijvers, leveringscontracten en de timing van capex. Wie dat niet wil of kan, moet extra leunen op brede, kwalitatieve indexbouwstenen—geen schande, wel verstandig.
Positionering: buffers tegen politieke wispelturigheid
Een portefeuille hoeft geen glazen bol; ze heeft een kompas nodig. In een jaar waarin beleid de cadans bepaalt, werkt een set praktische buffers beter dan één grote gok. Voor een Belgische of Nederlandse belegger is wereldwijde spreiding de basis. Voeg daar een bewuste USD-aanpak aan toe. De dollar sprint soms als de stress piekt (vluchthaven), maar verzwakt vaak zodra de rust terugkeert en rentevooruitzichten kantelen. Een deel van de Amerikaanse blootstelling valutagehedged houden is geen slecht idee, net als het vergroten van posities in euro- en Aziatische activa om je valutarisico te balanceren. Wie graag met factorpremies werkt, kan de kern laten leunen op kwaliteit en lage volatiliteit, met een barbell aan de randen: een portie defensieve groeiers die cash genereren, en een portie selectieve cyclische of structurele groeiers met zicht op winstherstel. Dat voorkomt dat je volledig aan één macroverhaal hangt.
Herbalanceren blijft onderschat. In een jaar met records koersen winnaars zichzelf snel groter dan gezond is. Een kwartalig ritueel—winnaars lichtjes knippen, achterblijvers herwegen als de casus overeind blijft—maakt meer verschil dan je denkt. Cash is geen vies woord: een kleine buffer geeft je de vrijheid om snelle dips te benutten zonder in stress te verkopen. En ja, opties kunnen zinvol zijn als je de kennis hebt: eenvoudige put-spreads op brede indices temperen staart-risico zonder je hele positie te ontmantelen. Dat is geen speeltuin; gebruik het als gereedschap, of laat het links liggen.
Sectoraal denk ik in lagen. Lokale dienstensectoren met prijszettingsmacht (software, gezondheidszorg, infrastructuurachtige spelers) blijven doorgaans veerkrachtiger dan diep importafhankelijke niche-producenten. Industriële spelers met multi-sourcing en langere contracten kunnen verrassend robuust blijken. Grondstoffen blijven een apart verhaal: koper kreeg een forse importheffing toegewezen, waardoor producenten en toeleveranciers nerveus werden. Wie daar actief is, analyseert beter per bedrijf de exposure: waar komt de input vandaan, hoe lang lopen de contracten, en wat zegt het management over herbevoorrading? De nuance tussen “geraakt” en “geamputeerd” zit vaak in zo’n voetnoten.
Wat als het weer misloopt? Scenario’s en concrete stappen
Scenario’s zijn in deze context geen theoretische oefening, maar werkmateriaal. Scenario 1: de verlengde pauze loopt af zonder deal en tarieven vliegen naar drievoudige niveaus. Dan krijg je een hoger inflatiebodem, een voorzichtiger centrale bank en druk op marges in importafhankelijke sectoren. In dat pad liggen defensieve aandelen, kwaliteitsgroei en binnenlands georiënteerde midcaps relatief beter. Ik verhoog dan vroegtijdig de weging naar ondernemingen met lokale toeleveringsketens en bewezen prijszetting, en ik verlaag cyclische exposure die zwaar leunt op ingevoerde componenten. Een bescheiden cashbuffer en wat protectie via index-opties doet de rest.
Scenario 2: de bekende “aankondigen → schrik → uitstel/uitzondering”-dans keert terug. Volatiliteit piekt kort, daarna keert rust terug. Dát zijn de momenten waarop watchlists goud waard zijn. Hier past de tactiek: inleggen met limieten, niet najagen. Kwaliteitsaandelen die je sowieso wou hebben, maar dan tegen betere prijzen. Cruciaal is discipline: bepaal vooraf op welke niveaus je kleine beetjes opschaalt in plaats van achteraf te rationaliseren waarom je “nog even wacht”.
Scenario 3: beleidssignalen worden chaotischer: bijkomende heffingen op onverwachte plekken, conflicterende verklaringen, en meer ruis rond data-publicaties. Dat is het pad waarop markten soms in uren honderden miljarden aan waarde uitblazen. Mijn draaiboek in zo’n fase is eenvoudig maar streng: hefboom laag, liquiditeit hoog, en geen illiquide hoeken waar je niet tijdig uit geraakt. Daarnaast ligt er een warme lijst met brede indextrackers en defensieve compounders klaar, plus duidelijke drempels waarop automatisch kleine posities vergroot worden. Mechaniek verslaat emotie, zeker op dagen dat elk halfuur een nieuw verhaal brengt.
Tot slot nog iets wat minder sexy klinkt dan een koersgrafiek, maar vaak meer oplevert: lees de documenten. De impact schuilt niet in de perskop, maar in de details van het uitvoeringsbesluit: uitzonderingen, overgangsdata, productcodes, en de duur van een pauze. Een verlenging van 90 dagen tot een specifieke novemberdatum zegt veel over voorraadbeheer bij retailers, timing van importeurs, en prijsvorming bij fabrikanten. Net zo werkt een last-minute uitzondering (zoals bij goud) als veiligheidsklep: bepaalde ketens ademen uit, andere ademen in. Wie dat begrijpt, stopt met paniekvoetbal en voert gewoon zijn plan uit—met geduld waar kan, met tempo waar moet.
Bronnen
- S&P 500 en Nasdaq sluiten op record na gematigde inflatie — Reuters, 12 augustus 2025
- Verenigde Staten en China verlengen tariefpauze met 90 dagen — Reuters, 12 augustus 2025
- Goud uitgezonderd van Amerikaanse importheffingen; opluchting in bullionmarkt — Reuters, 11 augustus 2025
- Trump kondigt 50% tarief aan op koper en verhoogt tarieven op Braziliaanse importen — Reuters, 10 juli 2025
- Grote instroom in ex-VS-aandelenfondsen; herweging richting Europa en EM — Reuters, 13 augustus 2025
- Zwakkere dollar kan kapitaal extra naar buitenland trekken — Reuters, 14 juli 2025