Beleggen in staatsbedrijven op de beurs: wat zijn de voordelen én de nadelen?
Staatsbedrijven die genoteerd zijn op de beurs hebben altijd iets dubbelzinnigs. Aan de ene kant geven ze een gevoel van veiligheid, omdat de overheid erachter staat. Aan de andere kant kan datzelfde overheidsstempel juist zorgen voor minder flexibiliteit en een logge bedrijfsvoering. Beleggen in deze ondernemingen is dus niet zomaar een kwestie van ‘zekerheid boven alles’. Het is eerder een spel van afwegen: wat levert het op en welke risico’s zijn er aan verbonden? In de praktijk heb ik zelf gemerkt dat het vaak minder zwart-wit is dan beleggers in eerste instantie denken. Soms kunnen staatsbedrijven verrassend winstgevend zijn, maar even vaak blijft de koersontwikkeling achter bij private concurrenten.
Wat maakt een staatsbedrijf anders dan een privébedrijf?
Een staatsbedrijf is in essentie een onderneming waarin de overheid een belangrijke, soms zelfs meerderheidsrol, speelt als aandeelhouder. Bekende voorbeelden in Europa zijn bijvoorbeeld EDF in Frankrijk of Deutsche Telekom in Duitsland. Ook in België en Nederland bestaan zulke bedrijven of semi-staatsbedrijven, denk aan Bpost of Proximus. Het belangrijkste verschil zit in de doelstellingen: een private onderneming streeft puur naar winstmaximalisatie, terwijl een staatsbedrijf vaak maatschappelijke doelstellingen moet combineren met winst.
Dat zorgt voor een spanningsveld. Enerzijds kan een staatsbedrijf rekenen op de rugdekking van de overheid, die bij moeilijke tijden niet zomaar de stekker eruit trekt. Anderzijds kan diezelfde overheid eisen stellen die niet altijd in het belang van de aandeelhouders zijn. Een tariefverlaging om burgers te ontlasten, bijvoorbeeld, kan winst drukken en dus de beurskoers negatief beïnvloeden. Dit soort ingrepen zie je bij private ondernemingen veel minder vaak.
De voordelen van beleggen in staatsbedrijven
Een van de grootste voordelen is stabiliteit. Doordat de overheid vaak een belangrijke rol speelt, heb je als belegger het gevoel dat faillissementen minder waarschijnlijk zijn. In een crisissituatie kan de staat zelfs rechtstreeks bijspringen. Dit maakt zulke aandelen vaak aantrekkelijk voor meer defensieve beleggers die liever iets minder rendement nemen in ruil voor meer zekerheid.
Daarnaast hebben veel staatsbedrijven een monopolie of sterke marktpositie. Denk aan nutsbedrijven die gas, elektriciteit of postdiensten aanbieden. Zulke sectoren zijn vaak minder gevoelig aan grote economische schommelingen. Of de economie nu groeit of krimpt, mensen blijven brieven sturen, bellen of energie verbruiken. Dat maakt de inkomsten van staatsbedrijven relatief voorspelbaar en dus aantrekkelijk voor beleggers die houden van stabiliteit.
Een ander voordeel is het dividendbeleid. Veel staatsbedrijven keren traditioneel vrij hoge dividenden uit. Voor de overheid zelf, als grootaandeelhouder, is dat aantrekkelijk omdat het een vaste inkomstenbron vormt. En als kleine belegger vaar je mee op datzelfde dividendbeleid. In mijn eigen ervaring zie ik dat dividendrendementen van staatsbedrijven vaak bovengemiddeld zijn in vergelijking met private sectorgenoten.
De nadelen van beleggen in staatsbedrijven
Toch zijn er duidelijke keerzijdes. Een belangrijk nadeel is het gebrek aan dynamiek. Staatsbedrijven hebben vaak een logge structuur, veel bureaucratie en minder drang tot innoveren. Vergelijk een staatsbedrijf met een olietanker die maar heel traag van koers verandert, terwijl een private onderneming eerder een speedboot is die snel kan inspelen op nieuwe trends. In snel veranderende sectoren, zoals telecom of energie, kan dat een groot nadeel zijn.
Ook speelt politieke inmenging een rol. Overheden kunnen beslissingen nemen die economisch gezien niet de meest rationele zijn. Tarieven kunnen kunstmatig laag gehouden worden, er kunnen investeringen opgelegd worden die maatschappelijk nuttig zijn maar weinig opleveren voor de aandeelhouder. Dit soort factoren kan de winstgevendheid en dus de koersontwikkeling flink drukken.
Bovendien zijn staatsbedrijven vaak minder aantrekkelijk voor grote internationale beleggers, precies vanwege die politieke inmenging. Dat betekent dat de liquiditeit en de koersschommelingen minder sterk zijn dan bij andere beursgenoteerde ondernemingen. Voor de actieve belegger die rekent op sterke koersbewegingen kan dat teleurstellend zijn.
Hoe beslis je of beleggen in staatsbedrijven interessant is?
De vraag of staatsbedrijven een goede belegging zijn, hangt sterk af van je persoonlijke strategie. Ben je op zoek naar stabiele dividenden en vind je het niet erg dat de koersgroei beperkt blijft, dan zijn staatsbedrijven vaak een prima keuze. Ze passen goed in een portefeuille die gericht is op defensieve spreiding en regelmatige cashflow.
Ben je daarentegen iemand die mikt op sterke koersstijgingen of die graag investeert in innovatieve sectoren, dan zijn staatsbedrijven meestal niet de beste optie. Het rendementspotentieel is beperkter en de risico’s van politieke bemoeienis kunnen zwaar wegen. Zelf vind ik het verstandig om staatsbedrijven te zien als een soort anker binnen een bredere portefeuille: ze geven stabiliteit, maar ze trekken je rendement niet automatisch naar de top.
Een praktische tip is om goed te kijken naar het dividendrendement, de sector waarin het bedrijf actief is en de rol van de overheid. Een nutsbedrijf met een stabiel dividend kan interessant zijn, terwijl een telecombedrijf dat voortdurend onder politieke druk staat om prijzen laag te houden misschien minder aantrekkelijk oogt. Uiteindelijk draait het om balans: staatsbedrijven kunnen een nuttige aanvulling zijn, maar ze mogen je portefeuille niet domineren.